Something went wrong.

We've been notified of this error.

Need help? Check out our Help Centre.

Wat het veld laat zien


“Wat is dit toch bijzonder.” Ik denk het meerdere malen, tijdens de opstellingen middag die ik onlangs begeleidde. Werken met opstellingen is een klein maar dierbaar onderdeel van mijn werk, vooral ook vanwege de impact ervan op mijn persoonlijk leven. Want het bijzondere zit hem toch echt vooral in de kracht van het systemisch werken zelf. Met hun nadrukkelijke toestemming, deel ik bij deze de ervaringen van twee van de deelnemers. 

Wat “het veld” liet zien, verraste mij bijna even zeer als het de deelnemers verraste, vooral degenen die een vraag inbrachten. Zoals A., een hoogopgeleide vrouw van vijftig en al jaren zzp’er, die zich afvroeg waarom het haar maar niet lukt om goed in haar levensonderhoud te voorzien. De representanten die zij uitkoos voor haar moeder, haar vader, haar jongere broer en zichzelf kozen zelf hun plek, terwijl A. en ik vanaf de zijkant toekeken. “Moeder” stond in het middelpunt, de anderen allemaal direct of indirect, met hun blik op haar gericht. Zelf kon “moeder” haar blik niet afhouden van een onbekend iets of iemand op de grond voor haar. “Wat is dat, waar je naar kijkt”, vraag ik haar.” Ze antwoordt ontwijkend. “Ik heb ook mijn eigen leven.” A. reageert verrast, in een volslagen onbekende hoort zij haar moeder terug. “Ja, dat kon ze precies zo zeggen. Suggererend dat wij, mijn vader en haar kinderen, haar haar eigen leven ontnamen. En, eerlijk gezegd, heb ik later vaak hetzelfde gevoeld en, in andere woorden, gezegd: wie dichtbij me komt, loopt me in de weg, weerhoudt mij ervan om mijn eigen leven te leiden.” Een overtuiging die, weet zij inmiddels, een remmende invloed op haar leven heeft (gehad). 

A’s representant staat ondertussen op flinke afstand links van haar moeder, haar vader tussen heb in, met zijn rug naar A. en gezicht naar zijn vrouw. “Vader” geeft aan dat hij veel spanning voelt en dat dat zoveel energie kost, dat hij A. (en haar broer, die zegt dat hij dus maar afsluit) “er niet bij kan hebben.” Neemt de echte A. in dit veld haar plek in, dan voelt ze al haar energie naar moeder, vader en broer stromen, die ze alle drie graag wil geruststellen. Ze voelt zich boos worden, vooral op haar moeder. Dit kost zoveel energie! 

Ik vraag beide ouders om zich naar A. toe om te draaien, en A. om hen op hun plaats in het systeem te wijzen: “Jij bent de grote, ik ben de kleine. Ik ben je dankbaar voor het leven dat je me gegeven hebt. Maar jouw lot is het jouwe, niet het mijne. Voortaan leid ik mijn eigen leven.” 

A. breekt zo met de impuls die zij misschien haar leven lang gevoeld heeft, uit loyaliteit aan haar ouders, broer en het gezin, haar “systeem”. Dat systeem wil compleet zijn, zoals elk systeem, dus de aandacht die haar moeder niet aan haar man en kinderen gaf, probeerde A. te compenseren. Nu neemt zij haar eigen plek in. Als ze de energie die daarmee vrijkomt vervolgens op de representant van haar bedrijf richt, voelt dat heel ongemakkelijk. Toch is er waarschijnlijk iets veranderd, iets geheeld. 

Bij een van de andere deelnemers, C., lijkt dat in ieder geval wel het geval. A. was haar representant. Heel even stond ze vrij stevig, totdat de representant van :”mateloosheid” opdook, een eigenschap die C. graag onder controle zou willen krijgen. Hij gaat aan haar voeten op de grond A. krijgt het gevoel alsof ze naar beneden getrokken wordt, en zet zich schap. Wat er verder in het veld ook gebeurt, al haar aandacht gaat naar “mateloosheid” en haar verzet daartegen. Totdat C.’s vader het veld binnenkomt. C. heeft verteld dat zij haar vader nooit gekend heeft. Ze was ruimschoots volwassen toen zij zijn familie leerde kennen en zo meer over hem te weten kwam. Zijn representant gaat achter A. staan. Onmiddellijk voelt zij zich ontspannen. “Mateloosheid” blijft naast haar liggen, maar heeft geen enkele invloed meer. C. neemt haar eigen plaats in en draait zich naar haar vader om. Ze kijken naar elkaar, er komen woorden als: “ik ben je dochter, wat heb ik je gemist”. De vader voelt pure liefde en zegt: “ik zie je, jij bent mijn dochter”. Ze willen het liefst nog heel lang blijven staan. 

In de week die volgt, blijft C. zich haar vader achter zich voorstellen. Ze voelt zich lichter en geaarder. Tijdens een lunch met collega’s dringt tot haar door, dat zij zich er jaren voor geschaamd heeft dat zij kampt met overgewicht - gevolg van de mateloosheid - maar dat haar collega’s haar niet anders kennen en heel blij zijn om haar te zien. Dat ze oké is zoals ze is, een blij (stevig) ei. Ze mag er zijn.
Wat is dit toch bijzonder. Het is moeilijk uit te leggen hoe opstellingen werken en al helemaal hoe het komt dat ze zo werken. Maar het effect ervan is, dat mensen hun gemis (de vader, aandacht van beide ouders) onder ogen zien en er contact mee maken. Zo begint heling. Ze nemen hun eigen plek in, laten belemmerende overtuigingen los, verbreken hun loyaliteit daaraan. 

Als een blij ei ging ik die avond naar huis. 

Op 30 oktober organiseer ik opnieuw een sessie familie- en organisatieopstellingen. Net als vorige keer, doe ik in dat in ‘t Kalfje boven Apeldoorn. Wil je erbij zijn? Stuur mij een pb. 

Using Format